EN – May I present you our new Canadian allies: Christine (Taste of Nova Scotia) en Doug (ACOA). They dragged me along through Halifax for a few days, with the explicit though very friendly request to explain everywhere how Flanders has prepared for the Great War Centenary. They too want to establish a centenary program and I was supposed to inspire their fellow citizens.
Canadian Allies
While we hurried from one meeting to the next, accepted compliments (‘you have set the standard!’) and, for good measure, distributed brochures and Belgian chocolates, I could see the interest growing. Apparently nothing can beat some actual examples when it comes to exploring the possibilities of Halifax.
And possibilities there are, indeed, and for Flanders too. With nearly every meeting my colleague Ben and I ended up discussing the possible ‘export’ of exhibitions or other commemorative projects from Flanders to Halifax, or to build bridges between organisations in Flanders and in Halifax. If, with the help of our Canadian allies, we can realize a few of these ideas in the coming years, it will feel as if the ocean between Canada and Flanders somehow has shrunken. And surely, more Canadians will find their way to visit the real ‘Flanders Fields’.
NL – En ziehier onze nieuwe Canadese bondgenoten: Christine (van Taste of Nova Scotia) en Doug (van ACOA). Ze namen me een paar dagen op sleeptouw door Halifax met het vriendelijke verzoek overal te vertellen wat er in Vlaanderen gebeurt voor de herdenking van de Eerste Wereldoorlog. Ze willen ook een herdenkingsprogramma opzetten, en ik moest hun stadsgenoten inspireren met ons verhaal.
Terwijl we van de ene meeting naar de andere draafden, complimenten kregen (‘you have set the standard!’) en ik voor de goede orde overal WO I-brochures en Belgian Chocolates achterliet, zag ik de interesse groeien. Niets beter dan concrete voorbeelden om te begrijpen welke mogelijkheden er in Halifax liggen.
En die liggen er, ook voor Vlaanderen trouwens. Collega Ben en ik ontdekten bij elke ontmoeting mogelijkheden om tentoonstellingen en andere projecten uit Vlaanderen te ‘exporteren’, of om bruggen te bouwen tussen organisaties in Vlaanderen en in Halifax. Als we, met de hulp van onze Canadese bondgenoten, daar in de komende jaren een en ander van kunnen verwezenlijken, zal het aanvoelen alsof de oceaan tussen Canada en Vlaanderen een beetje krimpt. En, vermoed ik, zullen meer Canadezen de weg naar het echte ‘Flanders Fields’ vinden.